AUSTERLITZ – “Gekmakend”, zo beschrijft de zus van de vermiste Hanno van Mil uit Amersfoort de situatie waar haar familie zich deze dagen in bevindt. Anita van Mil woont normaal in Engeland maar is nu in Nederland om te helpen met de zoektocht naar haar broer. Die is al zes weken spoorloos.
De 47-jarige Hanno van Mil verdween toen hij in april naar zijn werk vertrok. Zijn auto werd later teruggevonden op een parkeerplaats bij de Pyramide van Austerlitz maar de Amersfoorter zelf is sindsdien zoek. In een gesprek op Radio M werd duidelijk dat de zes weken van onzekerheid hun tol beginnen te eisen op het gemoed van de familie: “het beheerst ons leven”.
De vrienden en familie zijn sinds de verdwijning druk in de weer geweest met flyeracties op onder meer verschillende treinstations en het natrekken van tips. Dat leidde nog niet tot het terugvinden van Hanno en dus rest zijn zus alleen speculatie.
Daarbij passeren alle mogelijke scenario’s de revue: “We kunnen het ons niet voorstellen, het kan ook zijn dat hij in de war is geraakt of dat er iets mis is gegaan in zijn hoofd.” Ook een mogelijk misdrijf sluit de familie niet uit: “Hanno was wel iemand die ook op dingen afstapte, die altijd mensen wilde helpen dus als hij op de verkeerde plek is geweest op de verkeerde tijd en hij heeft iemand willen helpen en heeft iets gezien dat hij niet had moeten zien dan kan dat ook zomaar.”
De politie gaat in de tussentijd niet uit van een misdrijf en dat beperkt agenten in de middelen die beschikbaar zijn. Zo kunnen bijvoorbeeld geen camerabeelden van tankstations worden bekeken en hoewel Anita van Mil tevreden is over de samenwerking met de politie blijft dit een puntje van kritiek: “dat is wel eens frustrerend voor ons.”
Ook al leverden de vele acties vooralsnog niks op, toch blijft Anita van Mil zich inzetten om haar broer te vinden. Daarom is zij ook in Nederland in een poging zoveel mogelijk aandacht voor de vermissing te krijgen. Want één ding blijft voor Anita van Mil en de familie van de vermiste Amersfoorter onverteerbaar: “wij hebben Hanno niet terug.”